Voor de derde keer op rij werd er een indoortrial
georganiseerd door TCO bij manege Noot. Nu dekt de naam indoor niet de gehele
lading. Vier non-stops werden in de paardenbak gerealiseerd en vier stuk buiten
op het terrein. Dit jaar hadden we voor het eerst een AA locatie tot onze
beschikking. De paardenbak met uitzicht vanuit de kantine.
De zaterdagmiddag vooraf werden de non-stops opgebouwd. Omdat er zaterdagmiddag
nog een jeu de boules wedstrijd in de paardenbak werd gespeeld, konden we na vier uur in de
bak terecht. Aangezien er niets in de bak is wat gebruikt kan worden voor het
bouwen van een non-stop, moest alles vanaf de grond worden opgebouwd. Gert-Jan
Borst en Johan Schaap hadden zich dit jaar ook weer bovenmatig ingespand om alle
materiaal zoals banden, pallets, stenen en afvalcontainers aan te slepen. Even na
vieren konden we de bak inrijden. De kleine wijzer van de klok kroop
richting tien, voordat alles opgebouwd, belint en bepijld was. Dan is het
volgende morgen weer vroeg dag.
Vanaf 10:00 kon er worden ingeschreven. Bas Zeinstra had deze taak op zich
genomen.
Bas kan als gevolg van gezondheid problemen zelf niet meer rijden, maar in zoon
Thomas heeft hij een toppertje als opvolger.
De inschrijvingen overtroffen onze stoutste verrassingen met ruim 50
piloten.
Marco Veerman had voor hij uit zijn bus was gestapt al motor pech. Zijn
versnellingen van Renault Traffic waren verdampt. Gelukkig was het nog maar 10
meter duwen naar een parkeer plaats.
Autobdedrijf Joh. Schaap had voor de maandag een klus erbij.
Service staat hoog in het vaandel bij dit familie bedrijf.
Een groene Kermit ruilauto stond aan het eind van de dag voor Marco klaar.
De schade was beloofd zou mee vallen, een kabeltje, dus de mondhoeken konden
alweer een beetje omhoog.
Om elf uur werden we in de paardenbak door voorzitter Frans
toegesproken.
Een van de eerste huisregels was; De motoren buiten starten en
warm draaien.
Bij eerste indoor trial stonden de meeste coureurs met brommers binnen en na de aftrap werden deze massaal gestart.
Het gevolg was dat
voorzitter Frans en later ook de gehele hal verdween in de walmende uitlaat
gassen van de nog koude brommers.
De eerste vier non-stops waren buiten gemaakt op de bulten en kuilen van het
belendend perceel.
Het zonnetje deed ondertussen aardig zijn best om door te breken wat gelukkig
ook uiteindelijk lukte.
Niet alleen gelukkig voor de coureurs maar ook vooral voor de
controleurs die een lange wedstrijd voor de boeg hadden met zoveel deelnemers.
De eerste non-stop werd door tuinman John Koomen gecontroleerd. Een lekkere inkomer met
kuilen en heuvels. Doordat het droog bleef, was deze non-stop de gehele wedstrijd
uitstekend te rijden.
Bij een beetje regen had deze non-stop een totaal ander
karakter gekregen en hadden er veel slippartijen plaats gevonden.
Deze tweede werd bemand door Martin van de Gragt bijgestaan door Femke van Saane
en later nicht Roselien van der Gragt.
Martin heeft samen met John Koomen deze dag waarschijnlijk de meeste meters
gemaakt door het mee hollen met de deelnemers.
Deze non-stop had het zelfde karakter als de eerste maar was iets krapper
uitgezet en vroeg meer techniek van de heren en dames coureurs. Hier werd een
menig voetje gezet om de beweging de goede richting op sturen.
Zo zag ik Jesse Koomen achterin de non-stop worstelen in een poging om een complete struik te ontwortelen.
Het tuinmannen bloed kruipt waar
het niet gaan kan, maar de struiken in de non-stop mogen gewoon blijven staan.
De derde non-stop werd bemand door de heren René Strooper
en Bert ten Haaf. Omdat Bert zijn lange trial carrière had beëindigd en René net
begon had, heeft hij de laatste motor van Bert overgenomen. Een week terug kocht Bert weer een
nieuwe trial motor en begint aan zijn come back.
Deze dag stonden ze gebroederlijk op een non-stop. Hier moest echt getriald
worden. De blauwe piloten moesten bij de ingang al over twee boomstammen wat
niet altijd even soepel ging. De rode en gele piloten moesten vervolgen omhoog
over een stevige boomstam en door omhoog. Daarna iedereen weer naar beneden en
kwam de eerste klim naar boven zicht. Elke klasse had zijn eigen route.
Aan
de andere kant naar beneden door de mulle grond. Vervolgens 180 graden draaien
en weer omhoog ploeteren.
Voor de hoger klasses was het uiteraard iets lastiger
gemaakt. Hier moest vaak flink worden bij gestept om de voorwaartse beweging er
in te houden. Menigeen kwam niet boven. Begon het achterwiel in te graven, dan
was de maximale score inzicht.
De volgde non-stop lag op de zelfde berg. Dorus, net weer
grootvader geworden, coachte de atleten hier door de non-stop heen.
De inrit middels een flinke opstap vormde vaak al een aanzet tot de eerste
strafpunten.
Was dit opstakel gepasseerd verder omhoog en aan de andere kant
door de mulle grond naar beneden.
Daar weer draaien en dan kwam de grote
uitdaging om de brommer weer helemaal naar boven te brengen.
Ook hier moest vaak
weer flink worden bij gestept.
Later hadden enkele slimmeriken in de gaten dat
je beneden kon doorrijden, keren en vervolgens met gang de berg op kon stormen.
Zo was de non-stop wel niet bedoeld geweest.
Eenmaal aan de andere kant aan
gekomen was het leed nog niet geleden en moest er flink gehopt en gesprongen
worden om flux de uitgang te bereiken, waar men buiten adem de kaart kon laten
knippen.
In mijn geval meestal een vijf.
De vijfde non-stop was de eerste non-stop in de hal. Dokter
Kees Rottier had voor deze gelegenheid alle nier- en galstenen die
hij in zijn lange carrière had weg gesneden, meegenomen en lukraak in de hoek
van de hal neer gesmeten.
Omdat hij zuinig is op zijn stenen hield hij er zelf de wacht met de kniptang in
de hand. Ik kon hier geen de spreekwoordelijk deuk in het pakje boter rijden en
moest elke ronde een roemloze vijf laten knippen. Ik heb er over nagedacht om
voor deze non-stop een paard te leasen, maar aangezien ik geen ervaring heb met
springpaarden, heb ik deze optie maar laten schieten.
De zesde uitdaging was er een van het echte indoor gehalte
met stevig opstappen voor de hoger klasse.
De dochter van Aris, Yentl, hield hier
toezicht op onze bokkensprongen.
De gashandel moest bij tijd en wijle goed
bedient worden om het brommertje tot grote sprongen aan te zetten om op de
obstakels de geraken.
Gaande weg de wedstrijd ging dat steeds beter.
Johan van der Sterre zag ik hier geroutineerd zonder angst doorheen buffelen op
weg naar een nul.
Nou heb ik Johan zelden bang gezien, alleen voor zijn vrouw
heeft ie respect.
Johan liet voor de wedstrijd trots twee nieuwe gympen zien.
"Orginele Lampkin
gympen" wist hij mijn te vertellen. Geruild in Oostenrijk tegen zijn Hollandse
Oranje klompen tijdens de Goass trial afgelopen jaar.
Over wat zich daar dit jaar heeft afgespeeld komt niets naar buiten, maar als je
het er over hebt met de heren kunnen ze de grijns niet meer van hun gezicht
krijgen.
Het was dus gezellig geweest.
De zevende non-stop
werd gecontroleerd door Luciën. Voor geel een beetje krap maar door een beetje te
hoppen en te springen vlogen de
gladiatoren er doorheen. Allen de krappe draai in de containerbak zorgde in de
rode klasse vaak voor een voetje.
Bij de uitgang nog even over een buisje en Juffrouw Tineke stond alweer voor je
neus met haar kniptang.
De laatste non-stop werd bewaakt door Piet Warmerdam, die
helaas op tijd weg moest en de tang door gaf aan Gerda van Saane die het karwei
afmaakte. Gerda is de moeder van de twee talenten René en Jolanda die samen al
jaren de trialwereld onveilig maken.
Via een afvalbak mochten de hogere klasses op een oplegger klimmen, dat was vaak
al spannend. Daarna werd het nog spannender en mocht je ook weer van de wagen
afrijden via een zeer stijl geplaatste pallet.
Aangezien je er niet recht
voorstond keek dit wel erg eng. Dus eerste motor maar eens een beetje recht
zetten voordat men zich in de diepte stortte. De rode klasse deed met voeten en
de gele door om te zetten. Maar Mark te Meij in rood zag ik dit doen zonder
hoppen. Gewoon rond sturen en naar beneden duikelen. Groot hart en grote
klasse!.
Doordat er grote
deelname was, wees de klok al over drieën voordat we richting einde wedstrijd kwamen. Er waren nog enkele deelnemers die
moesten uitvallen. Onze oudste deelnemer Sjaak Vlaar moest de strijd staken
samen met Marco Loof. De rug van Marco had het begeven. Ook Ron Bood bezig met
een come back moest de strijd staken. Zo waren er nog een paar deelnemers die
door materiaal pech zich gewonnen moesten geven. Levi Mortelregen had als gevolg
van een paar buitelingen zoveel fysieke klappen opgelopen dat hij de motor
geparkeerd had. Gelukkig is hij nog jong en herpakte zichzelf en vloog later
door de non-stops heen om toch nog op tijd klaar te zijn. Kick Veerman had net
als zijn vader Marco (eerste al met de auto) ook materiaal pech. Gelukkig kon
hij op de motor van Tieme Borst de wedstrijd afmaken.
Ons talent Daan van Daele kom men met een origineel puntenbord bij de non-stops
vinden, waar hij assisteerde bij de controle. Daan wist net als vorig jaar het
voor elkaar te krijgen zich te bezeren. Nu was er een middenhandsbeentje
gebroken en de zaak zat in het gips.
Rond de klok van vieren was het feest gevierd en werd er met vereende krachten
opgeruimd. Johan Schaap maakt met de shovel van een paar grote banden een super
opstap waar de toppertjes zich nog konden uitleven. Dit was voor aanwezigen een
leuke toegift om te zien wat je met een trialmotor niet allemaal kan doen.
Voor het filmpje zie de link onder de pagina.
Bas had ondertussen alle puntenkaarten ingevoerd en de computer was druk aan het
rekenen om alle punten bij de juiste deelnemers te plaatsen en deze te door te
rekenen naar een uitslag.
Het was nog even wachten tot ook de laatste materialen uit de hal waren gereden
en iedereen zich in de kantine had gemeld.
De aanwezigen hadden zich ondertussen vermaakt door de keuken en de tap van
manege Noot uit te proberen. Het personeel werkte zich in het zweet. De bakken
snert en andere snacks vonden grif hun weg naar de hongerige magen.
Het was er heel gezellig met een koude verfrissing in de hand.
Voor deze gelegenheid was er een onderscheid gemaakt in de
prijzen van de groen klasse, de fietsers en de brommers hadden elk hun eigen
klassement.
Auto Bedrijf Joh.Schaap had gesponsord in standaards met een afbeelding van een
triallist die een steile rots beklimt. Over deze triallist springt weer een
paard.
De
uitgeputte voorzitter Frans bedankte alle aanwezigen voor hun deelname,
belangstelling, inzet ect., speciaal de controleurs, Manege Noot en de heren Borst
en Schaap.
Peter en José van Manege Noot kregen uit handen van de voorzitter een originele
en unieke drinkmok van TCO als dank voor hun gastvrijheid en medewerking.
In de gele klasse wisten de zuiderlingen de eerste drie prijzen voor de neus van
ons TCO'ers weg te kapen.
Eerste TCO'er was Jesse Koomen die Aris de loef afstak
door met gelijk aantal punten te eindigen, maar met een nul meer.
Bij de fietsers had Thomas Zeinstra waarschijnlijk een zwaarder parkoer gekozen
als de andere deelmeertjes, anders was hij zeker eerste geworden.
Ongelooflijk zoals ik hem op alleen zijn achterwiel door de hal zag hoppen.
Het was rond de klok van vijven dat alle deelnemers gehuldigd waren en de prijzen
verdeeld. Moe maar voldaan ging iedereen naar huis. Het was weer een heel mooi
spektakel en gelukkig gezegend met prachtig weer.
Op weg naar huis was het mistmonster van vorig jaar wakker geworden en begon zijn
nevels over de velden uit te gooien. Gelukkig voordat het dicht trok, waren wij
al thuis.
Voor de uitslagen klik hier
Voor het filmpje op band bespringen klik hier
Kijk ook even op trialweb.nl
|